Rowena wordt door haar oom bedreigd. Ze vlucht een café in als hij voor haar woning staat. Namba en Rita, de eigenaars van het café, nemen haar in bescherming en bieden haar aan bij hen te komen wonen.
Voor Rowena breekt een fijne tijd aan. Haar foute oom valt haar niet meer lastig en ze wordt verliefd op Robert. Haar vreugde kent geen grenzen wanneer Namba en Rita haar meevragen op een vakantie naar Mongolië waar een steenrijke oom van Namba woont. Maar als ze daar eenmaal is komt ze er achter dat Namba en Rita niet de weldoeners zijn die haar zo liefdevol in huis hebben genomen. De vakantie waar ze zich zo op had verheugd mondt uit in een hel. Ze wordt beschuldigd van moord op de oom van Namba en krijgt de doodstraf. Ze belandt in de gevangenis waar ze wordt mishandeld en verkracht. Door een list weet ze daaruit te ontsnappen. Samen met een medegevangene gaat ze op zoek naar Namba en Rita die haar voor dood in Mongolië hebben achtergelaten.